De kogel is door de kerk, we hebben al een tijdje een nieuw kabinet. Het regeerakkoord ligt op de plank en wordt op dit moment door het nieuwe kabinet verdedigd in de Tweede Kamer. Of alle plannen de toets der kritiek gaan halen is nog maar zeer de vraag, maar wij adviseren ondernemers liever te vroeg dan te laat. Regeren is namelijk vooruitzien!
De (belasting)maatregelen die in het regeerakkoord staan hebben namelijk effect op het MKB, de motor van de Nederlandse economie. Een aantal in het oog springende maatregelen worden dan ook in deze column behandeld:
Gevolgen voor de IB-ondernemer
De meeste IB-ondernemers die een winst maken tot € 79.000,- gaan er op vooruit. Dit komt doordat de zogenaamde vlaktaks wordt ingevoerd met twee tarieven, zijnde een basis tarief tot € 68.507,- en een toptarief voor het meerdere van 49,5%. Bij een winst van € 79.000,- zal na aftrek van de MKB-winstvrijstelling een inkomen overblijven van ongeveer € 68.000,-.
Voor ondernemers die een hogere winst maken is op dit moment afwachten of de plannen in hun voordeel zijn. Aan de ene kant zal het hoge tarief verlaagd worden van 52% naar 49,5%, maar aan de andere kant wil het nieuwe kabinet de zelfstandigenaftrek en de hypotheekrente versoberen door deze maximaal tegen het basistarief af te trekken. Hoe zich dit technisch gaat uitwerken is op dit moment nog niet duidelijk. Door deze maatregelen zou het heel goed kunnen dat het voor deze groep ondernemers sneller aantrekkelijk wordt om vanaf 2019 in een BV-structuur te gaan ondernemen.
Gevolgen voor de ondernemer in de BV
Goed nieuws voor de ondernemer die opereert vanuit een BV-vorm, want de vennootschapsbelasting tarieven gaan omlaag! De eerste schijf zal van 20% naar 16% gaan en de tweede schijf van 25% naar 21% in 2021.
In de situatie dat de ondernemer privé rond kan komen van een bruto salaris van minder dan € 60.000,- per jaar, is het door de verlaging van de tarieven al snel aantrekkelijk om een BV te starten. Hierbij moet wel rekening worden gehouden dat de winst in de bv achterblijft en pas over een aantal jaren wordt uitgekeerd (dividend) naar privé.
Wij krijgen veel vragen van DGA’s dat ze gehoord hebben dat de dividendbelasting afgeschaft wordt en dat het daardoor aantrekkelijk wordt om dividend uit te keren zodra de dividendbelasting afgeschaft wordt. Deze maatregel is een sigaar uit eigen doos. De dividendbelasting die de BV moet betalen bij een dividenduitkering wordt inderdaad afgeschaft, maar de aanmerkelijk belangheffing wordt niet afgeschaft. De aanmerkelijk belangheffing is de belasting die de DGA in zijn inkomstenbelasting aangifte betaald bij een dividenduitkering. Op de aanmerkelijk belangheffing kon de dividendbelasting dan in mindering gebracht worden. De dividendbelasting wordt afgeschaft, maar de aanmerkelijk belangheffing blijft in stand. Sterker nog: deze zal verhoogd worden van 25% naar 28,5%. Hoewel wij de stellingname hebben dat het gezond is om zoveel mogelijk geld veilig in de persoonlijke holding te stallen, kan het zo zijn dat mocht er een dividenduitkering naar privé gewenst zijn, deze nog te doen voor de verhoging van de aanmerkelijk belang heffing (vanaf 2020).
Panden die in eigen gebruik zijn mogen voor de vennootschapsbelasting niet verder afgeschreven worden dan 100% van de WOZ-waarde (dit was 50%), Hierdoor wordt het belang van een juiste WOZ waarde nog belangrijker en kan het in veel gevallen verstandig zijn om bezwaar tegen de waarde bepaling te maken. Doordat er in veel gevallen niet meer afgeschreven mag worden op het pand, is het verstandig om de mogelijkheden te beoordelen voor het vormen van een onderhoudsvoorziening. Hiervoor zal een meerjarenonderhoudsplan aan ten grondslag moeten liggen en kunnen de kosten eerder genomen worden, dan wanneer ze uitgevoerd worden. Bovendien creëer je hiermee een “vlakker” resultaat, doordat de kosten in het jaar van groot onderhoud ten laste van de voorziening komen in plaats van in het resultaat.
De verliesverrekening zal worden versoberd. Waar in het verleden nog gold dat verliezen tot negen jaar verrekend konden worden, wordt dit nu beperkt tot zes jaar. Het is dus zaak om oude verliezen zo snel mogelijk te verrekenen, zodat verliesverdamping wordt voorkomen. Wij kunnen u bijstaan door een traject winstoptimalisatie op te starten, waarbij wij u de handvaten geven om uw winst te optimaliseren en de verliesverdamping te voorkomen.
Gevolgen voor alle ondernemers
Het verlaagde tarief van de omzetbelasting zal van 6% stijgen tot 9%, dit tarief geldt met name voor producten van de eerste levensbehoefte zoals eten, drinken en medicijnen. Maar ook voor entree voor musea en sportevenementen. Voor ondernemers die vrijgesteld zijn van omzetbelasting heeft dit tot effect dat de kostprijs van haar product wordt verhoogd en dat het goed is om te beoordelen of hierdoor haar eigen verkoopprijs verhoogd moet worden.
En als laatste, maar zeker niet de onbelangrijkste: de Wet DBA zal worden vervangen. Er is al grote tijd (terechte) kritiek op de Wet DBA en gelukkig heeft het nieuwe kabinet besloten om deze te vervangen. Hoe de nieuwe wet zal uitwerken is op dit moment niet duidelijk, maar de eerste signalen zijn behoorlijk beter dan de Wet DBA. De wet wordt namelijk vervangen door een te hanteren systeem dat er van uitgaat dat:
- er sprake is van een arbeidsovereenkomst bij opdrachten voor een langer termijn tegen een lage vergoeding (grens waarschijnlijk op € 15 per uur);
- Voor de bovenkant van de markt komt de mogelijkheid om te kiezen dat er geen arbeidsovereenkomst aanwezig mits de opdracht niet voor een lange periode duurt en tegen een hoog tarief wordt uitgevoerd;
- Voor zelfstandigen boven het lage tarief komt een opdrachtgeversverklaring
Invoering wetten
Zoals het nu lijkt zullen bovenstaande maatregelen niet doorgevoerd worden in 2018, maar pas later. Momenteel hoeft er dus nog niet geacteerd te worden op de maatregelen, maar het is wel belangrijk om deze te volgen. Hierdoor zijn jullie als ondernemer goed voorbereid op de maatregelen en de gevolgen daarvan. Zodra er meer bekend is over de definitieve plannen zullen wij u over eventuele (on)mogelijkheden nader informeren.