Het kan fiscaal interessant zijn voor een DGA of aanmerkelijkbelanghouder (aandeelhouder met minimaal 5% aandeel) om geld te lenen van zijn of haar BV. Dit komt dan ook regelmatig voor. Er zijn natuurlijk spelregels waaraan de leenovereenkomst met de BV moet voldoen. In het kort komt het erop neer dat de overeenkomst voldoet aan gangbare zakelijke voorwaarden, zoals dat het gestelde rentepercentage reëel is, er een aflossingsschema is vastgelegd en dat er zekerheden zijn gegeven, oftewel onderpand.
Om uit te zoeken of het voor u interessant is van uw BV te lenen, is het wel van belang van tevoren goed uit te zoeken met welke voorwaarden u rekening moet houden en wat de fiscale consequenties zijn, om latere financiële tegenvallers te voorkomen.
Wet Excessief Lenen vanaf 2023
Vanaf 1 januari 2023 worden de mogelijkheden om onbelast geld te lenen van uw eigen vennootschap beperkt door de Wet Excessief Lenen. Onbelast lenen mag dan nog tot maximaal 500.000 euro, met uitzondering van eigenwoningschulden. Daarboven moet u vanaf dat moment inkomstenbelasting betalen.
De maatregel geldt niet voor leningen die zijn aangegaan voor de financiering van de eigen woning, als een recht van hypotheek op deze woning is verstrekt aan de vennootschap. Vóór 31 december 2022 geldt deze uitzondering ook voor woningen die zonder recht van hypotheek zijn verstrekt.
Als u met uw eventuele partner meer dan 500.000 euro leent van de vennootschap en/of uw (klein)kind of (groot)ouder dat doen, wordt het meerdere dus belast vanaf 2023. Om dit te voorkomen, kunt u ervoor kiezen de leningen af te bouwen tot die grens of daarmee te beginnen, afhankelijk van de mogelijkheden die u hiertoe hebt. Een andere optie is het uitkeren van dividend. Ook kunt u overwegen uw vastgoed in privébezit te verkopen en met de opbrengst de lening af te lossen, of het herfinancieren van (een deel van) de schuld. Al deze opties hebben verschillende fiscale consequenties.
Tijdig een plan maken
De mogelijkheid om geld te lenen van uw BV is zeker het onderzoeken waard. Als u dat nu al doet en boven de grens van 500.000 euro zit, is het goed tijdig te bepalen hoe u hiermee omgaat in aanloop naar de nieuwe wet. Welke optie voor u mogelijk en fiscaal het meest interessant is, is erg afhankelijk van uw persoonlijke situatie.
Jan Mulderij