BV of eenmanszaak? VOF of eenmanszaak langer aantrekkelijk
Start u een eigen onderneming en twijfelt u over de rechtsvorm? Of denkt u aan het wijzigen van de rechtsvorm van uw onderneming? Het belastingplan 2023 heeft impact op uw keuze. Er staan belangrijke wijzigingen klaar om doorgevoerd te worden. Een eenmanszaak of vennootschap onder firma kan fiscaal langer aantrekkelijk zijn dan voorheen.
Vennootschapsbelasting (VPB)
Sinds 2019 zijn de VPB-tarieven vrijwel jaarlijks verlaagd. De redenen die in het verleden werden aangevoerd om de VPB-tarieven te verlagen, lijken niet langer te gelden. Het lage tarief wordt in 2023 verhoogd van 15% naar 19%. Ook wordt de eerste schijf, waarover het lage tarief wordt berekend, verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. BV’s met een resultaat tot € 395.000 worden dus het hardst geraakt.
Voorbeeld:
Een BV die in 2022 een winst behaalt van € 395.000 betaalt € 59.250 vennootschapsbelasting. Haalt diezelfde BV in 2023 weer een winst van € 395.000 dan betaalt die BV daarover € 88.310 vennootschapsbelasting. Dit is een verschil van € 29.060. Bij een winst van € 395.000 stijgt de belastingdruk van 15% naar 22,36%.
Box 2 tarief
Ook in box 2 gaan veranderingen plaatsvinden. Dit heeft invloed op de belasting die een dga betaalt over ontvangen dividend. In 2022 en 2023 wordt er één tarief gehanteerd van 26,9%. Vanaf 2024 wordt er 24,5% belasting geheven over ontvangen dividend tot € 67.000. Alles hierboven wordt voor 31% belast.
Gecombineerd tarief
Het gecombineerde tarief geeft de totale belastingdruk over de winst in een BV weer, waarbij rekening wordt gehouden met zowel de vennootschapsbelasting als de box 2 heffing. Door bovenstaande wijzigingen, zal het gecombineerde tarief veranderen.
Het gecombineerde tarief is op dit moment bij een winst tot € 395.000 ongeveer 37,9%. Bij een winst hoger dan € 395.000 is het gecombineerde tarief ongeveer 45,7%.
Zodra vanaf 2024 ook het box 2 tarief wordt aangepast zal het gecombineerde tarief bij een winst tot € 200.000 en een dividenduitkering van maximaal € 67.000 uitkomen op ongeveer 38,9%. Bij een hogere dividenduitkering is het gecombineerde tarief ongeveer 44,1%.
Voorbeeld 1:
Wordt vanaf 2024 in een jaar een winst behaald van meer dan € 200.000 en wordt in dat jaar €67.000 dividend uitgekeerd aan de dga, dan wordt de gecombineerde belastingdruk ongeveer 38,9%. Bij een hogere dividenduitkering komt de gecombineerde belastingdruk zelfs uit op 44,1%.
Voorbeeld 2:
Een onderneming behaalt in 2024 een winst van €200.000. Wanneer een dga na de afdracht van vennootschapsbelasting de winst volledig als dividend uitkeert, loopt de belastingdruk over een deel van die winst dus op tot ongeveer 44,1%, waar dat in 2022 nog ongeveer 37,9% was.
Dga salaris
In 2022 moet het salaris van de dga over het algemeen worden vastgesteld op minimaal 75% van het salaris van de werknemer met de meest vergelijkbare dienstbetrekking, waarbij het salaris van de dga in ieder geval minimaal € 48.000 moet zijn. Vanaf 2023 geldt dat het dga salaris gelijk moet zijn aan het salaris van de werknemer met de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Ook hier geldt dat het salaris van de dga minimaal € 48.000 moet zijn.
Daarnaast wordt vanaf 2025 de algemene heffingskorting niet langer afhankelijk van het inkomen in box 1, maar van het verzamelinkomen. Dit betekent dat ook het inkomen in box 2 en box 3 van invloed wordt op de algemene heffingskorting. Wordt vanaf 2025 dividend uitgekeerd dan kan dat leiden tot een afname van de heffingskortingen met maximaal 6,095% van het uitgekeerde dividend, wat dan leidt tot een nog hogere belastingdruk.
Belastingdruk VOF of eenmanszaak
Waar de gecombineerde belastingdruk voor dga’s en hun BV stijgt, daalt de belastingdruk voor IB-ondernemers (bijvoorbeeld een VOF of eenmanszaak). Rekening houdende met de MKB winstvrijstelling ligt het gecombineerde tarief voor winst uit onderneming vanaf 2023 in de eerste schijf op ongeveer 31,8% en vanaf de tweede schijf ongeveer 44,3%. Hierbij is nog geen rekening gehouden met andere voordelen waar IB-ondernemers recht op hebben, zoals bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek.
Ook IB-ondernemers zullen geraakt worden door diverse wijzigingen. Zo wordt onder andere de zelfstandigenaftrek versneld afgebouwd tot € 900 in 2027, wordt de middelingsregeling afgeschaft vanaf 2023 en kan vanaf 2023 niet meer worden gedoteerd aan de Fiscale Oudedagsreserve. Deze wijzigingen wegen echter niet op tegen de wijzigingen voor dga’s en BV’s.
Eenmanszaak / VOF vs. BV
Gezien de stijging van de gecombineerde belastingdruk in de BV blijft het fiscaal gezien langer interessant om een IB-onderneming te hebben in plaats van een BV en kan het hebben van een BV fiscaal zelfs nadelig voor u uitpakken. Uiteraard tellen niet alleen fiscale beweegredenen mee bij het omzetten van een IB-onderneming in een BV, maar kunnen ook redenen als aansprakelijkheid of liquiditeitsvoordelen meespelen. Zo blijft het voordeel van de BV dat de box 2 heffing pas hoeft te worden betaald zodra daadwerkelijk dividend wordt uitgekeerd aan de dga.
Advies nodig?
Ons fiscale team kan u volledig informeren over de mogelijkheden en helpt u de juiste keuze te maken. Neem contact met ons op bij vragen of voor meer informatie. U kunt hier ook een bericht voor ons achterlaten.
[contact-form-7 id=”8″ title=”Contactformulier 1″]